Argo Advies t2-13-1

Welkom op dearbodienst.nl

Onbewust leven leidt tot energietekorten

Energietekorten? Kom uit de zombie-stand!

In de dagelijkse praktijk komen we veel in aanraking met verzuimende medewerkers die zo goed als opgebrand zijn. Er zijn vaak allerlei oorzaken te noemen waarom iemand uiteindelijk tot deze uitputting komt. Alles wordt dan al snel te veel. Kleine tegenslagen worden vaak niet meer overwonnen, er is immers geen energie meer over om het ‘weer’ aan te gaan. Ze leven al een geruime tijd aan hun bovengrens. Dit kun je bijvoorbeeld merken aan;

  • Het toenemend aantal verzuimmeldingen.
  • Vaker te laat zijn of meer vrije dagen opnemen.
  • Sneller geïrriteerd raken.
  • Concentratieproblemen, schoonheidsfouten maken.

Als werkgever wilt u dit natuurlijk voorkomen. Daarom help ik, Adviseur Arbeid en Gezondheid Siham Aen Messaoudi, u met handvatten voor in uw organisatie.

Zombie-stand

Mensen die onbewust hun leven leiden, laten zich leiden door alle ‘moetjes’ en zijn daardoor sneller opgebrand. Ze gebruiken namelijk alle energie, maar weten niet (meer) hoe ze deze voorraad aanvullen. Het zijn vaak mensen die veel voor anderen leven, die geleerd hebben er altijd voor een ander te moeten zijn, of die niet bezig zijn met morgen, dromen en doelen. Door de waan van de dag blijven zij doorgaan en vaak zonder actieve gedachten. Ik noem dit ‘de zombie-stand’. Dit blijft net zo lang tot dat de energievoorraad helemaal op is en deze niet of nauwelijks meer wordt aangevuld. Het lichaam roept dan uiteindelijk een halt toe. Er wordt vaak gewezen naar het lichaam dat niet meer doet wat het moet doen. Het actieve nadenken over mogelijke andere oorzaken is niet iets wat snel naar de voorgrond treedt. Hiervoor is bewustwording nodig, en juiste deze groep mensen is onbewust aan het leven.

Bewustwording

Wanneer je een dergelijke medewerker herkent dan is het best spannend om dit bespreekbaar te maken. Het is natuurlijk niet handig om gelijk het gedrag te benoemen en te gaan spiegelen. Dit kan, hoe goed je het ook doet of bedoelt, averechts werken.

Het belangrijkste is in elk geval te starten met een gesprek over de leefstijl van degene. Vanuit oprechte interesse vragen hoe iemand zijn leven leidt en wat die persoon nu eigenlijk doet om te genieten. Wanneer ervaart hij of zij geluk of pleziertjes? De kans is groot dat de persoon in kwestie lang moet nadenken om een antwoord te geven. Of er komen geautomatiseerde antwoorden. Bij de geautomatiseerde antwoorden adviseer ik altijd door te vragen. Stel dat een medewerker zegt: ‘ik beleef heel veel plezier uit mijn werk’. Dan kun je vragen doorstellen; op welke momenten? Hoe voelt dat voor jou? Wat is het specifiek in je werk? Kun je het delen met collega’s? De kans is groot dat de geautomatiseerde antwoorden op een gegeven moment niet voldoende zijn.

Door met interesse verdiepende vragen te stellen, merk je dat de persoon tegenover jou in beweging komt. Immers zijn het vragen waar niet meer ‘bewust’ over na wordt gedacht.

Moeten, kunnen, willen

Om te helpen mensen weer wat bewuster in het leven laten te staan, vraag ik vaak naar het moeten-kunnen-willen principe. Een laagdrempelige en universeel toepasbare manier om inzicht te geven in de dagelijkse bezigheden en vanuit welke motivatie zij dit doen. Het gaat voornamelijk over de dagelijkse verdeling tussen moeten, willen en kunnen. Voor veel mensen is werk bijvoorbeeld een ‘moet-je’. Daarnaast moeten ze ook nog de kinderen verzorgen, ze moeten boodschappen doen, moeten koken, moeten wassen, moeten verplicht tv meekijken, en sommigen moeten ook sociaal meedoen. Eindstand van de dag is dat er heel veel MOET. En de volgende dag weer net zo.

Het is dan de kunst om van sommige moet-jes, of wel ‘kunnen’ of ‘willen’ te maken. Neem het werk:  Is het werk een moet-je? Dan kun je eens uitvragen waarom iemand dit werk ooit is gaan doen. Of stel eens vragen wat iemand vroeger graag had willen worden of waar iemand goed in was. Uiteraard uit interesse en niet met een verborgen boodschap (lees; moet je niet ergens anders gaan werken?). Door weer de verdiepende vragen te stellen, kan de medewerker zelf onderzoeken of ze het werk nog wel leuk vinden of hoe ze het weer leuk kunnen gaan vinden. Hierover kun je samen in gesprek. Door wellicht kleine aanpassingen of inspiratie kan werk zo maar van een moet-je naar; ‘ik wil graag naar werk toe’.

Uiteraard zijn er ook veel beroepen die moeten gebeuren, die kun je niet echt leuk of inspirerend maken. Dan is het belangrijk toch ook te zoeken naar de willen of kunnen op de dag. Die willen of kunnen zijn de energiegevers. Een beroep als schoonmaken van vleesproductiebedrijven of dagelijks aan de lopende band staan, zijn niet voor iedereen weggelegd. Maar de momenten tussen het productie draaien in, kunnen het wel leuk en inspirerend maken. Hoe leuk maakt de medewerker die momenten voor zichzelf en met anderen? Bijvoorbeeld ik ‘moet’ nu lunchen in die donkere kamer. Of ik ‘wil’ kort lunchen binnen, maar ik ‘kan’ ook naar buiten en ik ‘wil’ samen met een collega wandelen.

Door goed uit te vragen wat iemand zijn moeten, kunnen en willen verhouding is op een (werk)dag kun je de medewerker in beweging krijgen. De bewustwording wordt weer geactiveerd. De energiegevers kunnen weer aan. Als gesprekspartner/leidinggevende houdt het natuurlijk niet op bij één goed gesprek. Laat dit gespreksonderwerp terugkerend zijn (ook al is iemand weer hersteld) en je zult zien dat de ander in beweging blijft. Het enige wat jij hoeft te doen als gesprekspartner is verdiepende vragen stellen die de ander tot nadenken aanzet. Met het moeten-kunnen-willen principe is dit makkelijk te doen.

Nudging

Mocht u nou meer willen betekenen voor uw medewerker? Dan is het concept van nudging hier een uitermate geschikte tool voor. Met nudging geeft u een duwtje in de goede richting door de goede keuzes makkelijker en aantrekkelijk te maken.

Wilt u meer informatie ontvangen over onze dienstverlening? Neem dan contact met ons op voor een vrijblijvende offerte. 

Het Laatste Nieuws